Inloggen

Wachtwoord vergeten? Klik hier >
Paniek over kosten AOW misplaatst

Door: clueless | Datum: 12-09-2009 | Laatst gewijzigd: 12-09-2009 | Werk, inkomen, economie

Paul de Beer*

In licht gewijzigde vorm gepubliceerd in de Volkskrant (Forumpagina) van 1 maart 2005

De afgelopen weken leek de Volkskrant bevangen door een lichte paniek over de oplopende kosten van de AOW. De komende dertig jaar verdubbelt het aantal 65-plussers in verhouding tot de groep van 20–65 jaar die de AOW-uitkeringen moeten opbrengen. De AOW dreigt hierdoor onbetaalbaar te worden. Een rapport dat de Volkskrant uit de laden van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te voorschijn wist te toveren becijferde echter dat het gemiddelde inkomen van de 65-plussers de komende vijftien jaar fors zal stijgen. Om de AOW in stand te houden is het dus onvermijdelijk dat de gepensioneerden eraan gaan meebetalen, zo concludeerde Ferry Haan in de Volkskrant van 12 februari, aldus het vuurtje van het smeulende generatieconflict aanwakkerend.

Om een oordeel te vormen over de houdbaarheid van de AOW kan het echter geen kwaad om eerst eens terug te blikken. De geschiedenis van de afgelopen decennia laat namelijk zien dat de AOW, ondanks de gestage veroudering van de bevolking, steeds goedkoper is geworden! In 1985 beliepen de kosten van de AOW zes procent van het bruto binnenlands product (bbp). Inmiddels is dit gezakt tot onder de vijf procent. De relatieve uitgaven voor de AOW zijn hiermee terug op het niveau van 1965! Toch is het aantal 65-plussers in verhouding tot de bevolking van 20–65 jaar – de zogenaamde grijze druk ­– in deze periode gestegen van 18,2 naar 22,3 procent. Het is dus geenszins onvermijdelijk dat vergrijzing van de bevolking gepaard gaat met sterk oplopende uitgaven voor de AOW.

Hiervoor zijn twee verklaringen. In de eerste plaats is het aandeel werkenden onder de 65 jaar gestegen van 48 procent in 1985 naar 65 procent in 2003. In de tweede plaats is de hoogte van de AOW-uitkering achtergebleven bij de gemiddelde loonontwikkeling. In 1985 bedroeg de AOW-uitkering 32 procent van het gemiddelde loon en in 2003 nog maar 27 procent. De koopkracht van gepensioneerden bleef jaarlijks een half procent achter bij die van de werkenden.

Als deze trend zich in de toekomst voortzet, dan zullen de uitgaven voor de AOW, in verhouding tot het nationaal inkomen, beduidend minder stijgen dan men op grond van de vergrijzing zou verwachten. Zelfs als de arbeidsparticipatie van de bevolking onder 65 jaar niet verder stijgt, zullen de uitgaven voor de AOW in 2030 niet meer dan 7 procent van het bruto binnenlands product bedragen, slechts 2 procent meer dan momenteel het geval is! In dit scenario zal de koopkracht van de AOW’ers toch nog met één procent per jaar stijgen, waardoor zij in 2030 28 procent meer te besteden zullen hebben dan momenteel.

Als de ontwikkeling van de afgelopen decennia zich voortzet, is er dus geheel geen reden voor paniek over de betaalbaarheid van de AOW. Hierbij past wel de kanttekening dat in het geschetste scenario de AOW-uitkering weliswaar fors in koopkracht stijgt, maar toch beduidend achterblijft bij de gemiddelde loonontwikkeling. Dit is overigens een automatisme dat is ingebakken in de bestaande koppelingssystematiek. Deze schrijft voor dat de AOW – en de andere uitkeringen – periodiek wordt aangepast aan de stijging van de CAO-lonen, maar niet aan extra loonstijgingen (de z.g. incidentele looncomponent). Ook als de koppeling trouw wordt toegepast, raken de uitkeringen geleidelijk verder achterop bij de lonen, zoals ook de afgelopen decennia het geval was. Dit mechanisme draagt weliswaar bij aan de betaalbaarheid van de AOW, maar is er ook verantwoordelijk voor dat de inkomenskloof tussen de werkenden en de uitkeringsgerechtigden steeds groter wordt. Het mag dan zo zijn dat de gemiddelde gepensioneerde over tien of twintig jaar beduidend welvarender zal zijn dan de gepensioneerden van vandaag, dit geldt veel minder voor degenen die van alleen een AOW-uitkering moeten rondkomen.

De vraag waar het het komende decennium werkelijk om draait, is dan ook niet of de AOW betaalbaar blijft. Nee, de vraag die er echt toe doet is of we lijdzaam willen toezien hoe de AOW ­– net als de andere sociale uitkeringen – steeds verder achterblijft bij de gemiddelde welvaartsontwikkeling. Als we dit niet willen, dienen we vervolgens aan te geven wie hiervoor moet opdraaien. Het gaat dan niet om de verdeling van de lasten tussen de generaties maar om solidariteit van de rijken met de armen. Om de minimumuitkeringen gelijke tred te laten houden met de welvaartsstijging zullen de hogere inkomensgroepen (iets) hogere belastingen moeten afdragen. Dit geldt voor degenen boven de 65 jaar net zo goed als voor degenen onder de 65 jaar. Maar de huidige financieringssystematiek van de AOW voorziet hier al in. De AOW-premie – die alleen wordt betaald door personen onder 65 jaar – is namelijk gemaximeerd op het huidige tarief van 18 procent. Verdere kostenstijgingen worden gefinancierd uit de belastingen, waaraan gepensioneerden met een hoger inkomen net zoveel bijdragen als jongere belastingbetalers.

De belangrijkste vereiste om de AOW-uitkering gelijke tred te laten houden met de gemiddelde welvaartsontwikkeling is dat het taboe op hogere belastingen voor de hogere inkomens wordt doorbroken. De in de VVD levende ideeën om een vlaktaks in te voeren, waarbij iedereen hetzelfde belastingtarief betaalt, vormen dan ook een grotere bedreiging voor de houdbaarheid van een welvaartsvaste AOW dan de weigering van ouderen om AOW-premie te gaan betalen.

Over Paul de Beer:
* Bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam, verbonden aan De Burcht en het Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS).

Laatste artikelen

Child Sacrifice and Trafficking in Holland, and Abroad: An Eyewitness Comes Forward and Names her Torturers
  Child Sacrifice and Trafficking in Holland, and Abroad: An Eyewitness Comes Forward and Names her Torturers Posted on May... meer >

Psychiatriebijbel dient vooral farmaceutische industrie
Psychiatriebijbel dient vooral farmaceutische industrie De psychiatriebijbel en de ziektereligie die ermee wordt verspreid di... meer >

Wetenschap beperkt door (onjuiste) vooronderstellingen? (video)
'Beoefening van wetenschap wordt beperkt door aannames' (video) donderdag, 21 maart 2013      Veel onderzoekers ne... meer >